Alweer een blog!

29 juli 2018 - Mascali, Italië

Na een rusteloze nacht verlaten we in een soort wolkbreuk Nicotera: alsof de hemel huilt dat we verder gaan, er viel hier nog zoveel te ontdekken. De wereld is een grote wasstraat geworden, een hele grondige die behalve het exterieur van de carrosserie, ook aandacht heeft voor het interieur. Althans, na een ferme bocht naar rechts vraagt de bijrijder: klopt het dat mijn voeten nat worden? We zien een door de vangrail gespietste combo, de kans dat de bestuurder heel gebleven is, lijkt ons nihil. Er heeft zich een compleet rampen-committee verzamelt maar het verkeer raast onverschrokken verder. Na een gemiste afslag belanden we op de autostrada richting Napoli die we volgens het navigatiesysteem de eerstvolgende 21 kilometer gedwongen moeten volgen. Gelukkig bereiken we na ampel 11 kilometer een onvermelde afslag waarop we de vergissing kunnen corrigeren, terwijl dat precies daar niet mocht, maar we staan boven de wet zolang de ruitenwissers langzamer gaan dan de regen en we keren toch. 

Bij de haven van San Giovanni zien we al snel de toerit naar de boot die ons naar Messina en daarmee Sicilië zal brengen. Enkele niet heel slimme BMW rijders dachten de file sneller af te zijn, maar veroorzaakten daarmee een opstopping die door tegemoetkomende vrachtwagens die de boot af kwamen, slechts door luid toeteren, gebaren en waarschijnlijk wat stevige Italiaanse vloeken werd verholpen. De BMW’s keerden en sloten netjes achteraan in de file. 

De reis op het eiland kenmerkte zich verder door weinig oponthoud, geen agressief rijgedrag (of het kan zijn dat we ons zo snel hebben aangepast dat ons dat niet meer opviel, dan wel dat we zelf net zo agressief zijn gaan rijden..) Per gereden kilometer werd de vrouwelijke passagier vrolijker, terwijl ze doorlopend de dichterbij komende boze berg in de gaten hield. De boze berg hult zich vandaag in een dikke wolk, onduidelijk is daardoor of er sprake is van vulkanische activiteit: het is niet te zien!

We komen uiteindelijk aan in Sant’Alfio. 

Achter een smeedijzeren hek loopt een pad door de wijngaarden. Op een terras staat een oude schuur. Het langwerpige gebouw is in drieën gedeeld, waarbij het middengedeelte tot vakantie huisje is omgebouwd. Het terras biedt uitzicht op de ver weg gelegen zee met in het zuidoosten Catania. Aan de achterzijde hebben we zicht op de Etna. We worden uitgebreid verwelkomt door Marie-José en Julio, die dit huisje soms verhuren. Echter: tijdens ons gesprek blijkt dat ze het huisje maar zelden verhuren, ze bieden ons dan ook aan tot vrijdag i.p.v. maandag te blijven. Kennelijk heeft Annette vorig jaar een goede indruk gemaakt. Julio blijkt een amateur wijnmaker en, hoewel hij het brouwsel van Annette naar de kroon steekt, deze status nog niet geheel ontstegen. Evengoed verzorgen ze een blijmakend welkom. ‘s Avonds zijn alle cirrussen en cumuli bij de Vulkaan weggetrokken en zien we de dame uit twee kraters dampen. En alsof dat nog niet genoeg is krijg ik een college Etnaoölogie. 

Er blijkt een boer te zijn die het pand en land ter rechterzijde van ons vakantiestulpje in beheer heeft. We bieden hem een glaasje vino aan nadat hij ons een maandvoorraad net niet rijpe peren en pruimen heeft gebracht. In ruil voor de wijn brengt hij Diede een goocheltruc bij met een muntje en wat cijfers. Dus nu kan Diede geld laten verdwijnen, of dit meerwaarde gaat hebben voor zijn latere loopbaan zal nog moeten gaan blijken. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Tom:
    30 juli 2018
    Wederom een vermakelijk verslag...blijven jullio op Sicilië